Slapen op Cannenburch

De laatste roze gloed glipt weg achter de horizon als we uitstappen op de lege parkeerplaats.
Google Maps probeerde ons voor vertrek nog te waarschuwen: Kasteel Cannenburch is gesloten.
Maar mooi niet voor ons vandaag. Want wij zijn voor één nachtje bewoners van Cannenburch.

Op 18 juli waren we hier voor het laatst, een zondagmiddag. Het kasteel werd die dag ook even bewoond, door de kasteelheer en zijn vrouwe, een kamermeisje, een kok en wat knechten.
We sloten aan bij de vele bezoekers en lieten ons rondleiden en meenemen in de verhalen van deze personages.
We begonnen in de keuken en werkten onze weg omhoog. In de bedkamer op de verdieping troffen we de grote trots van het kasteel: een schitterend hemelbed uit de vroege 18e eeuw, pas gerestaureerd.
We bewonderden het een poosje. Het bed is prachtig: Hoog en sierlijk, groene stof met opgenaaide band in een lichte kleur. Het bed past perfect in de rijkversierde nis. Niet zo vreemd dat het museum er zo trots op is en een leuke actie had bedacht: Wie de mooiste foto maakte van het hemelbed kon een unieke overnachting op kasteel Cannenburch winnen!

Toen we onze kaartjes reserveerden hadden we al gelezen over de winactie en Marte was er meteen voor in. Het middeleeuwse jurkje dat ze op fantasyfestival Elfia zou dragen ging mee in de tas.
Het was gelukkig rustig in de bedkamer, want Marte vond het best spannend om te poseren. Zeker omdat het beroemde bed met koorden was afgezet en ze van ons stiekem ietsje dichterbij mocht gaan staan. Door de hoge ramen scheen een flauw licht naar binnen. Ze zag eruit als een kleine jonkvrouw, op weg naar haar bed. Perfect!

We genoten verder van ons tripje, postten de foto, zoals gevraagd, op facebook en instagram met de hashtag #slapenopcannenburch en dachten er niet meer aan. Tot in september bleek dat Marte gewonnen had, en we met z’n viertjes op het kasteel mochten blijven logeren. Niet in het poortgebouw (zoals we deden bij Doorwerth), niet in een toren (zoals bij Huis Bergh) of in de Commandeurswoning (Slot Loevestein), maar ín het kasteel.
Marte danste door het huis.

En nu is het dan zo ver. Het is 19 oktober, een zachte herfstavond. De lucht is donkerblauw, het kasteel baadt in een gouden licht. De mugjes boven de slotgracht vormen glinsterende vonkjes.
“Het is net alsof ik droom”, zegt Thijmen.
In een waas lopen we de trap op, de brug over, naar de voordeur.

Omdat we elk excuus aangrijpen voor een verkleedpartijtje dragen we middeleeuwse hoofddeksels bij onze spijkerbroek. Marte luidt de bel en kasteelmanager Rian verwelkomt ons hartelijk, duidelijk net zo excited als wij op deze unieke avond.
Ze neemt ons mee naar boven, naar de ontvangsthal, die eenmalig is omgetoverd tot prachtige hotelkamer. Tussen de schilderijen en de historische meubels is een knus ‘eiland’ gemaakt met vier heerlijke bedden (een handdoek en chocolaatje op elk voeteneind), een tafel met stoelen, een mand met spelletjes, een etagère vol lekkers en een stapel ingepakte cadeautjes. De kaarslampen zetten alles in een warme gloed. Het is net een sprookje.


Beneden in de gewelven krijgen we koffie, thee en lekkers en maken we kennis met vrijwilligster Hetty, die ons straks een unieke rondleiding in het donker zal geven. Rian stelt ons voor aan haar partner, zij zullen ook in het kasteel slapen vannacht.
‘Prachtig’, noemt ze onze hoeden en kroontjes meermaals, maar het knapste stel zijn zij.
Rian vertelt ons dat zij door haar collega’s is uitverkoren om met ons op het kasteel te overnachten. De meeste collega’s waren stikjaloers, maar er waren er ook een paar die een kasteel bij nacht wat griezelig vonden… Want stel dat het spookt? Rian is er, net als wij, niet erg huiverig voor.
“Ik ben hier gerust in mijn eentje”, zegt ze met een glimlach. “Het is een heel vriendelijk kasteel.”

Dat vriendelijke straalt blijkbaar af op iedereen binnen de muren. Na een kort persmomentje met de door Cannenburch uitgenodigde plaatselijke en regionale media, neemt gids Hetty ons mee op een onvergetelijke tour langs de geheime plekken van het kasteel. Gewapend met een zaklamp beklimmen Thijmen en Marte de stenen trappen. Melcher en ik volgen iets rustiger op de ongelijke treden van de verborgen diensttrap de we nooit eerder mochten zien.
We ontdekken kamers waar het personeel sliep, ruimtes waar nooit iemand komt.
De kinderen zijn gefascineerd door de tochtige vertrekken, de oude beroete schouwen, de dode vliegen en levende spinnen die we onderweg tegenkomen. Ademloos luisteren ze naar de gids en we vragen haar de oren van het hoofd.
Net als toen we “gewoon” museumbezoeker waren werken we ons van onder tot boven door het gebouw, maar dit keer gaan er deuren open die anders gesloten blijven, wringen we ons door smalle openingen en komen we hoger, veel hoger dan we ooit zijn geweest. We zien zelfs de depots waar meubels, schilderijen en andere voorwerpen liggen opgeslagen, alles keurig afgedekt en gecodeerd.


Als we een ruim uur later terugkeren in de ontvangsthal zetten de kinderen zich enthousiast aan een spelletje schaak en iets lekkers. Melcher kan het niet laten om op deze prachtige plek nog een poosje op z’n gitaar te tokkelen en we bewonderen de portretten aan de wand.
Een badkamer ontbreekt, daarvoor waren we vooraf gewaarschuwd, dus arriveerden we versgedoucht. Maar naar de wc gaan hoeft gelukkig niet op een gat boven de slotgracht en om onze tanden te poetsen hoeven we alleen een paar trappen af. We wassen ons dapper met koud water en duiken onze heerlijke bedden in. Alleen de kaarslampjes laten we branden en we slapen alle vier al snel in. Generaties van Isendoorns kijken vanaf hun portretten welwillend op ons neer.

Onze ochtend begint vrolijk met het openmaken van alle cadeautjes op tafel.
Het voelt als Sinterklaas en een verjaardag tegelijkertijd. We vinden ouderwets snoepgoed, een ganzenveerpen, een magneet van het kasteel, een sleutelhanger en maar liefst vier boeken: Twee verhalenboeken over de verschillende kastelen, een heerlijk boek over koken en eten in de Gelderse kastelen en een boek vol verhalen en sagen uit het gebied. Een beetje beduusd stapelen we de geschenken op. Wat voelen we ons verwend!

Om half 9 brengt Rian ons naar buiten voor ons ontbijt bij Maarten in ’t Koetshuis. Terwijl wij aan het ontbijt zitten wordt de ontvangsthal in het kasteel weer razendsnel in orde gemaakt voor de museumbezoekers.
Intussen schiet het woord “ontbijt” tekort voor alles wat wij op onze tafel aantreffen. We worden volledig in de watten gelegd. Een glaasje alcoholvrije bubbels, versgeperste jus d’orange, koffie, thee, kwark, vers fruit, pancakes, zoete en hartige broodjes, roereieren met spek, diverse soorten beleg…
We genieten van zoveel mogelijk heerlijks en van de leuke gesprekken met onze gastvrouw. De heerlijke broodjes en cakejes die we niet opkrijgen verpakt ze in folie en stopt ze ons toe als ze ons een uurtje later met een drankje bij de warme haard heeft geïnstalleerd.

Kasteelmanager Rian had eigenlijk al afscheid van ons genomen, maar wipt nu toch nog even binnen met De Stentor van die ochtend, vers van de pers.
Op de voorpagina van het regiokatern prijkt een foto van ons gezin. Voor één nachtje bewoners van Cannenburch.