Een reis door nergens

Wie mij kent weet: Mijn richtingsgevoel deugt voor geen meter.
Zonder Google Maps kom ik overal, behalve op mijn bestemming.
Niks aan de hand, zou je denken, drie hoeraatjes voor de wetenschap.

Totdat je een boek gaat schrijven en je personages laat rondreizen in een wereld die je zelf hebt verzonnen. Dan wil je ineens antwoord op vragen als: Waar ligt alles ten opzichte van elkaar? Hoe lang duurt een reis van A naar B? Hoe snel ben je als je rustig loopt, angstig rent, statig marcheert of je paard laat galopperen? Welke obstakels vind je op je weg? Reis je op gebaande paden of over hobbelige wegen? Trek je door dichte bossen of door de dorre woestijn? Vind je warmte, verkoeling, beschutting en voedsel? Ben je veilig als je eventjes je ogen sluit?

Aarde, lucht, vuur en water vormden de bouwstenen van de wereld die ik voor me zag.
De windrichtingen versmolten met hun element. Het aardse noorden, het luchtige oosten, het vurige zuiden en het westen vol water kregen hun vorm.
En al schrijvend moest ik die wereld tot leven brengen, vóór me zien.
Dus ik maakte een kaart.
Op de achterkant van een kladblaadje schetste ik een vorm, met potlood gaf ik aan waar de landen lagen. Het kladblaadje schoof ik in een la.

Denkbeeldige personen door een denkbeeldige wereld sturen is absoluut één van de meer surrealistische dingen die ik in mijn leven heb gedaan. maar het was een prachtig avontuur.
En de kaart? Die komt in het boek! Ik werkte mijn schets uit op de computer tot een iets esthetischer geheel en van mijn redacteur mag hij worden afgedrukt! Dus nog héél eventjes geduld en dan kan ik de kaart hier delen.
Want het meest surrealistische is nog wel dat dat boek er dus echt gaat komen. Heel snel al. Binnenkort. De traditionele kinderdroom die in vervulling gaat, ik kan het nog steeds maar nauwelijks geloven.
Doel bereikt, zou je zeggen. En dat zonder Google Maps.