Empowering

Mattel, gerenommeerd producent van ’s werelds favoriete onrealistische speelgoed, lanceerde eind januari van dit jaar een campagne “Dads who play Barbie”. Het idee achter deze campagne: Vaders en hun dochters (want jongens spelen niet met poppen) tijd met elkaar laten doorbrengen en zo, via spel, het idee te introduceren dat een meisje of vrouw alles kan worden wat ze maar wil. Ja zélfs dokter of leerkracht, want zoals iedereen weet zijn er in de zorg en in het onderwijs nauwelijks vrouwen te vinden, dus dat is hard nodig.
Om dit sympathieke gedachtegoed kracht bij te zetten is er een inspirerend filmpje gemaakt van deze quality-time tussen vaders en dochters en op de website van Mattel geplaatst.
Openingszin van het filmpje? “Ik ben een typische mannen-man”. Iedereen weet: Dat zeggen alleen échte mannen over zichzelf.
Kaal hoofd, baard, nonchalant T-shirtje, ja, deze badass zit overduidelijk zó vol met Y-chromosomen dat er voor zijn sperma niets meer overbleef en tja, toen werd er dus een dochter geproduceerd. Vroeger, zo vertelt hij, waren zijn zondagen gevuld met voetbal, maar nu er uit zijn zaad een meisje is ontsproten staat het weekend in het teken van Barbie.
Een lotgenoot onthult dat hij is opgegroeid met vier broers en dus uitsluitend gewend is om “jongensdingen” te ondernemen. “Jongensdingen”, hoe prikkelend! Ik vermoed dat het dingen waren die je uitsluitend met je piemel kunt doen.

Vader nummer drie merkt op dat hij bést met poppen wil spelen, maar alleen met Ken, “Ken only”, voegt hij er voor alle duidelijkheid nog eens aan toe. Een nanoseconde later klinkt zijn falsetstem door de ruimte als de door hem vertolkte vrouwelijke Barbiepop in paniek op haar bed blijft springen terwijl haar huis in vlammen opgaat. Een weinig empowerende boodschap voor meisjes, maar het leert ze wél meteen dat een man niet altijd doet wat hij zegt en dat is natuurlijk ook waardevol.
Vader vier brengt wat licht aan het einde van de tunnel met de opmerking “Ik denk dat ze kan worden wat ze wil, alles wat ze wil.” Hoewel technisch niet helemaal waar is dit natuurlijk een prettig statement. Een statement van een fabrikant die ons ook gewoon iets wil verkopen, dat verliezen we niet uit het oog.

“Inspire your little one to be anything with our themed gift sets”, meldt de website zwierig. Top! Welke producten biedt Mattel aan om de genderneutrale toekomstdromen van onze dochters te stimuleren? De link verwijst ons door naar een pagina met Play Kits, “ curated to celebrate the special bond between a girl and her dad ”. Een dierenarts, een kraamzuster, een hooggehakte arts in een minirok en wat genderneutrale gebouwen zoals een camper en een woonhuis. Allemaal roze.

Míjn vader gaf me op mijn laatste verjaardag een vlijmscherpe tuinschep en een bladhark. Ik op mijn beurt verraste hem kortgeleden met een gezamenlijke volkstuin.
Ik kan me niet herinneren dat ik mijn vader ooit met Barbies heb zien spelen, sterker nog, hij wilde zelfs niet meedoen met Monopoly, toch een onwijs mannelijk beleggingsspel.
Voor onze “ special bond ” had dat weinig consequenties, die was namelijk allang gesmeed. Op die momenten dat ik op zijn schoot lag te luisteren naar zijn kalme hartslag. Al die ochtenden waarop ik naast hem in bed schoof en mijn voeten aan hem warmde. Tijdens alle nachten waarin hij honderd keer op mijn kamer kwam om met knipperende slaapogen in het felle licht naar muggen te zoeken. Of mijn natgeplaste beddengoed te verschonen, zonder te mopperen.
Onze band was er als ik met veel plezier meeging naar zijn werk of als we op zaterdagmorgen samen in de oud-papiercontainer stonden. In de stoeltjeslift waar ik het liefst met hém in wilde als we op wintersport waren of in de auto waarin hij mij door de hele provincie reed omdat ik muzikant wilde worden.
Nee, voor die speciale band hadden we Barbie niet nodig.

Voor de feministische boodschap dan? De levensles dat ik álles kon worden wat ik maar wilde omdat ik evenveel waard ben als een man?
Euh, tja.

Ik twijfel weleens of ik mezelf feministe zou moeten noemen. Niet alleen omdat er om het woord “feministe” vaak een zweem van “mannenhaatster” hangt (ik ben namelijk dol op mannen!), maar omdat het woord naar mijn idee vaak zo misplaatst wordt gebruikt. De Dikke van Dale omschrijft een feministe namelijk als “voorstander van het feminisme”, wat weer heel duidelijk en eenvoudig gedefinieerd wordt als “het streven naar gelijke rechten voor vrouwen en mannen”, en wie kan daar nou op tegen zijn?
Het moderne feminisme wordt naar mijn idee nogal vaak als smoes gebruikt om jezelf te etaleren in Playboy of op Instagram .
De dames van zanggroep Fifth Harmony, ook zulke moderne feministen. Ik wijdde al eens een facebookpost aan hun inspirerende nummer Worth It en bijbehorende zelfpromotende en mannendominerende clip. Echt een lichtend voorbeeld voor onze dochters.
Het begrip feminisme misbruiken als marketingstunt, aldus facebookvriendin Marjolein, waarvoor dank.

Mijn ouders hebben nooit of te nimmer aan ons (ik heb een zus en dus was mijn vader behoorlijk in de minderheid) enige aandacht aan het feminisme besteed omdat het simpelweg niet nodig was.
Gelijkwaardigheid was vanzelfsprekend in ons huis. Mijn moeder studeerde, ze werkte en ze bestuurt tot op de dag vandaag de auto als we ergens naartoe gaan met mijn vader als bijrijder. Mijn vader werkt fulltime met mannen én (veel) vrouwen, en ik heb nog nooit enig verschil in benadering kunnen bespeuren. En hij kookt, ruimt op, wast en strijkt. Tuiniert, klust en zet de vuilnis buiten. Doet boodschappen en brengt de auto naar de garage. Kortom, hij doet de dingen die nou eenmaal moeten gebeuren, net als mijn moeder trouwens. Dat mijn moeder dat alles moeiteloos combineerde met een fantastische bos krullen en dagelijks rode lippenstift had niets met al-dan-niet feminisme te maken, dat is/was gewoon mooi en dat vertelde mijn vader haar regelmatig.
Ze stimuleerden onze talenten, pakten onze zwakheden naar beste weten aan, maakten ons mondig, slim en zelfbewust.
Mijn zus en ik groeiden op tot sterke vrouwen met een mening en vonden beide een echtgenoot voor wie dat heel vanzelfsprekend is. Mijn moeders’ uiterlijk erfde ik helaas niet, want hoewel ze mij negen maanden in zich droeg is er weinig genetisch materiaal blijven plakken: Ik ben op en top mijn vaders dochter, met slechts hier en daar wat van mijn moeder in de mix. We lijken op elkaar, van zijn dierbare gelaatstrekken die ook mij aankijken in de spiegel tot ons karakter en onze kijk op een heleboel zaken. We houden van dezelfde dingen en als er iets is waar ik tegenaan loop bel ik hem nog steeds als eerste.

Nu heb ik zelf een dochter. En een zoon. Mijn ouders hadden alleen dochters, die van mijn man alleen zoons. Dus met alle smaken in één huishouden moeten we zelf het wiel maar uitvinden.
Onze opvoedstijl bestaat al negen jaar uit “we doen maar wat”, en natuurlijk lopen we tegen gender-zaken aan. Maar voor mij is er geen gevoelsmatig verschil tussen het opvoeden van mijn zoon en het opvoeden van mijn dochter (die overigens (nog?) geen Barbies heeft). De gelijkwaardigheid tussen de seksen is namelijk vanzelfsprekend voor ze, ze zien niets anders om zich heen. En daarbij hoeven we ze dus niet bewust dingen aan of af te leren op gendergebied. We voeden ze op als mens.
Met een rete-sterke “special bond”.